GI voert uit­spraak van de rech­ter over om­gang niet uit

Gepubliceerd op .

In een re­cente uit­spraak van de recht­bank Rot­ter­dam komt een on­der­werp ter sprake dat ons aan het hart gaat: een GI die geen uit­voer geeft aan een om­gangs­re­ge­ling tus­sen ou­der en kind.

In deze zaak is er ruim een jaar ge­le­den een om­gangs­re­ge­ling door de recht­bank vast­ge­steld waar­bij de man zijn kind in ie­der ge­val een mid­dag per vier we­ken zou zien. Ver­der is in de be­schik­king be­paald dat de GI ver­de­re in­vul­ling zou ge­ven aan de in­vul­ling van de om­gangs­re­ge­ling. Dus wan­neer deze mo­men­ten plaats zou­den vin­den, hoe lang deze zou­den moe­ten du­ren en wat va­der en kind tij­dens deze mo­men­ten zou­den kun­nen doen. Maar ook of de re­ge­ling uit­ge­breid zou moe­ten wor­den.

Een jaar la­ter heb­ben deze mo­men­ten, op een en­ke­le keer na, nog steeds niet plaats­ge­von­den. Om deze re­den is de man een kort ge­ding ge­start bij de voor­zie­nin­gen­rech­ter. Hij vraagt de rech­ter om de (ver­plich­te) me­de­wer­king van de moe­der en de GI. Om­dat het nu al een jaar la­ter is, vraagt hij de rech­ter ook om hier dwang­som­men aan te ver­bin­den, zo­dat zij wel mee moé­ten wer­ken.

De recht­bank vindt het zor­ge­lijk dat de GI geen uit­voer geeft aan de door de recht­bank be­paal­de om­gangs­re­ge­ling tus­sen va­der en kind. Dit ter­wijl het vast­staat dat het in het be­lang van het kind is om zijn va­der re­gel­ma­tig te zien. Nu dit niet ge­beurt is dit scha­de­lijk voor zijn ont­wik­ke­ling. De Jeugd­be­scher­ming legt de uit­spraak van de rech­ter ei­gen­lijk naast zich neer en plaatst zij haar ei­gen oor­deel bo­ven dat van de rech­ter. Dit is on­be­grij­pe­lijk.

De recht­bank vindt het be­langrijk dat de om­gang tus­sen va­der en kind zo snel mo­ge­lijk weer plaats gaat vin­den en ver­oor­deelt de moe­der van het kind en de GI dan ook om mee te wer­ken de om­gangs­re­ge­ling. Voor de ze­ker­heid heeft de recht­bank de om­gangs­re­ge­ling nu heel erg spe­ci­fiek om­schre­ven. Om­dat de recht­bank het niet aan­ne­me­lijk vindt dat de moe­der van het kind en de GI de om­gangs­re­ge­ling nu wel zul­len na­ko­men, heeft de recht­bank een dwang­som op­ge­le­gd en de moe­der ver­oor­deelt in de pro­ces­kos­ten (on­der an­de­re ad­vo­caat­kos­ten) van de man.